Herdenking en monument voor Molukse gemeenschap

22 september – In Hooghalen is afgelopen zaterdag een monument onthuld. Het monument herdenkt de eerste Molukkers die in 1951 naar Nederland kwamen en de vele kinderen die in de woonoorden rond Westerbork onder moeilijke omstandigheden overleden. Bij de plechtigheid waren burgemeester Jan Zwiers van Midden-Drenthe en burgemeester Marco Out van Assen aanwezig. Gelijktijdig waren herdenkingen in Bovensmilde en Westerbork.

Een moeilijke start in Nederland

De sprekers vertelden over de zware tijd van de Molukse gezinnen in Nederland. Zij kwamen terecht in barakken van het voormalige kamp Westerbork, in Woonoord Schattenberg. Maar ook in Woonoord Pieterberg. Wat kort zou duren, werd een verblijf van vele jaren. De gezinnen leefden in slechte omstandigheden en zonder uitzicht op de toekomst. 

“In die moeilijke tijd zijn ook veel kinderen gestorven. Hun graven liggen hier in Hooghalen en in Westerbork,” zei burgemeester Zwiers.

Betekenis van het monument

Volgens de burgemeesters is het monument in Hooghalen een blijvend teken van erkenning, herinnering en verbondenheid. Ook hebben de gemeenteraden van Assen en Midden-Drenthe een speciale regeling vastgesteld voor KNIL-graven. Samen met leden van de Molukse gemeenschap is hiervoor een stichting opgericht.

Herdenkingen op meerdere plekken

De herdenking in Hooghalen was onderdeel van een grotere herdenking op vier plekken tegelijk. In Bovensmilde was wethouder Jan Schipper aanwezig. In Westerbork waren dit de raadsleden Marten Leistra en Harry Sikkenga.

Eerbetoon aan alle generaties

Het monument in Hooghalen eert de eerste generatie KNIL-militairen en hun echtgenoten. Het gedenkt de kinderen die te jong zijn overleden en staat ook stil bij de pijn én de kracht van de generaties daarna. Burgemeester Zwiers besloot: “Moge dit monument een blijvend teken zijn – van erkenning, van verbondenheid en van hoop.”